Bij een echtscheiding geldt voor de DGA dezelfde wet- en regelgeving als voor een gewone werknemer. Dus ook de DGA die zijn pensioen in eigen beheer opbouwt valt onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WPVS): bij echtscheiding verkrijgt de ex-echtgenoot een voorwaardelijk recht op de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen en indien van toepassing overbruggingspensioen of prepensioen. Tevens verkrijgt hij/zij een recht op bijzonder partnerpensioen.
In de WVPS is alleen een bepaling voor het partnerpensioen van de echtgenoot of geregistreerde partner opgenomen. Maar er is niets in de wet geregeld voor het partnerpensioen van een met de DGA samenwonende partner.
Partijen hebben wel de mogelijkheid om in de huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijk convenant af te wijken van de WPVS bij een scheiding. Dat geldt voor het ouderdomspensioen maar ook voor het nabestaandenpensioen. Afwijkende afspraken over het bijzonder partnerpensioen kunnen zonder fiscale gevolgen gemaakt worden.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat de DGA en de ex-partner in het kader van echtscheiding schriftelijk overeenkomen dat de ex-partner geen aanspraak krijgt op een bijzonder partnerpensioen. In dat geval blijft de DGA derhalve gerechtigd tot de opgebouwde aanspraak op partnerpensioen.
Bij echtscheiding verkrijgt de ex-echtgenoot een (voorwaardelijk) recht op de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen en indien van toepassing overbruggingspensioen of prepensioen. Tevens verkrijgt hij/zij een recht op bijzonder partnerpensioen.
Wanneer het om een DGA gaat, zal het pensioen veelal in eigen beheer hij/zijn opgebouwd. De vraag die zich dan voordoet is of de ex-echtgenoot af kan dwingen dat hij/zijn/haar pensioenaanspraken uit de BV worden gehaald en naar een eigen BV of een professionele verzekeraar kunnen worden overgeheveld.
De Hoge Raad vond in 2007 van wel, dus de hoofdregel bij echtscheiding en pensioen in eigen beheer is afstorting bij een verzekeraar, tenzij de continuïteit van de BV aantoonbaar in gevaar komt.
Kortom, hoofdregel bij echtscheiding en pensioen in eigen beheer is afstorting, tenzij de continuïteit van de BV aantoonbaar in gevaar komt.
De afstorting moet tegen commerciële grondslagen gebeuren, dus rekening houdend met leeftijdsterugstellingen een direct ingaand partnerpensioen en indexaties, en niet tegen fiscale waarde op de balans van de BV. Nu de commerciële waarde van het pensioen veelal meer dan het dubbele van de fiscale waarde is, kijken rechters steeds kritischer naar de vraag of het redelijk en billijk is dit volledige verschil voor rekening van de vereveningsplichtige te laten komen.
Meer weten?
Wilt u meer weten? Neemt u dan contact met ons op. Laat uw naam en telefoonnummer bij ons achter, dan bellen we u binnen één werkdag terug.